Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Klanken van de VS - Conservatorium Maastricht Blaasorkest

Klassiek Concert

Theater aan het Vrijthof

20:00

Kom en beleef een unieke avond met het Harmonieorkest van Conservatorium Maastricht, onder leiding van Arjan Gaasbeek en met de veelbelovende klarinettist Tommaso Torrigiani als solist. Het programma brengt de levendige Amerikaanse muziekcultuur tot leven met werken van onder andere James Barnes, Scott McAllister en Samuel Barber. Geniet van de krachtige Symphonic Overture, de rockinvloeden in Black Dog, en de prachtige melodieën in Traveler.

Deze avond is een viering van de rijke diversiteit van de Amerikaanse composities, waarbij u zich mee zult laten voeren door de dynamische klanken van klassieke fanfares, energieke marsen, en meeslepende ritmes. Mis deze muzikale ontdekkingsreis niet en laat u betoveren door de opzwepende en ontroerende stukken die u de veelzijdigheid van Amerika laten ervaren.

Programma:
James Barnes (born 1949) - Symphonic Overture 
Scott McAllister (born 1969) - Black Dog 
David Maslanka (1943-2017) - Traveler 
Samuel Barber (1910-1981) arr. Collinsworth - Commando March 
Ira Hearshen (born 1948) - Symphony on Themes of John Philip Sousa, part 2: After The Thunderer 
Alfred Reed (1921-2005) - Fourth Symphony 
John Mackey (born 1973) - Strange Humors 

Koop nu je tickets

Over het Programma

Champagne! 
Het 50-jarige jubileum van de US Air Force Band verdiende natuurlijk een feestelijke nieuwe compositie. Symphonic Overture van de Amerikaanse componist James Barnes was het perfecte werk om dit jubileum te markeren. Barnes schreef het werk in 1922, speciaal voor deze vreugdevolle gelegenheid. Van begin tot eind is Symphonic Overture één groot feest. Het begint met een trotse fanfare, waarbij de trompetten de festiviteiten aankondigen. Naarmate meer instrumenten zich bij de trompetten voegen, ontwikkelt de fanfare zich tot een swingende begeleiding. De solo hobo speelt een dansachtige melodie, waarna de vrolijkheid echt begint. De opzwepende dans neemt dan af, en maakt plaats voor een romantisch langzaam deel. Het is bijna onmogelijk om niet weg te dromen bij de fluweelzachte melodie van het middendeel. Een altsaxofoon zingt voor ons, begeleid door zachte harpen – de ideale formule voor deze idyllische tussenpoos. Maar het duurt niet lang voordat het feest weer in volle gang is. Champagnemuziek, inclusief het geluid van een ploppende kurk, zorgt voor een sprankelend einde aan een bruisende aangelegenheid.

Hardrock in een nieuw jasje 
Hardrock – meer specifiek die van Led Zeppelin – ligt aan de basis van Scott McAllister's Black Dog. Het gelijknamige nummer van Led Zeppelin is de inspiratiebron voor McAllister's rapsodie voor klarinet en blaasinstrumenten. Een muzikale 'rapsodie' bestaat uit contrasterende secties qua stijl en stemming, en McAllisters Black Dog is daar een perfect voorbeeld van. De solo klarinet neemt de rol op zich van leadzanger in een rockband. Het werk begint met een lange solo waarin de 'leadzanger' zijn virtuositeit toont. De componist beschreef dit zelf als een 'verkenning van extremen'. Met zijn langzame, stijgende lijn lijkt het contrasterende middendeel op Led Zeppelins Stairway to Heaven. Het laatste deel is wederom in sterk contrast met wat eraan voorafging. Hier is echter ook een subtiele verwijzing naar Led Zeppelin, die hun nummers bij elk optreden opnieuw bedachten tijdens hun beroemde improvisaties. De basis voor McAllisters virtuoze finale is een voortdurend terugkerend baspatroon. Met een bijna geïmproviseerde cadenza schittert de klarinet erbovenuit.

Een nieuw begin 
‘Nicht so traurig, nicht so sehr’ (Wees niet zo verdrietig, wees niet zo bezorgd). Dat is de titel van het koraal dat de basis vormt voor het begin van Traveler van de Amerikaanse componist David Maslanka. Maslanka schreef het werk ter gelegenheid van het pensioen van een goede vriend. Reflecterend op het pensioen van zijn vriend, kwam Maslanka tot de conclusie dat dit koraal zeer toepasselijk was. 'Deze laatste fase van het leven', zei hij, 'hoeft geen betreurenswaardig evenement te zijn.' De componist beschouwt het als een enorm geschenk van het leven om op basis van alle ervaringen naar de toekomst te kunnen kijken. Daarom begint Traveler snel, vol energie, en barstend van joie de vivre. Halverwege transformeert het werk in een meer rustige, meditatieve toestand. In Maslanka's eigen woorden: 'de strijd van het leven is grotendeels gestreden, en de ziel bereidt zich nu voor op de volgende grote stap.'

Een snelle soldaat 
Samuel Barber noemde zijn werk Commando March zijn 'kleine mars', hoewel de grootschalige instrumentatie van dit korte, energieke werk dat tegenspreekt. Barber schreef Commando March in 1943 terwijl hij in actieve dienst was in het Amerikaanse leger. Volgens de componist symboliseert de muziek een 'nieuw soort soldaat', een die 'niet in rechte lijnen marcheert', maar 'onverwachts toeslaat en weer verdwijnt zo snel als hij is gekomen'.

Een eerbetoon aan de mars 
De Amerikaanse componist Ira Hearshen zegt dat hij sinds zijn kindertijd gefascineerd is door de muziek van John Philip Sousa. Sousa – 'The March King' – is waarschijnlijk de beroemdste dirigent, trombonist en componist in de geschiedenis van de marsmuziek. En zijn naam leeft voort in de 'sousafoon', een instrument dat is afgeleid van de oudere en kleinere bombardon – een soort tuba speciaal voor het spelen tijdens het marcheren. 'The March King' componeerde een ongelooflijke hoeveelheid muziek voor harmonieorkest. Hearshen droomde ervan Sousa's populaire marsmuziek om te vormen tot serieuze werken die geschikt waren voor grootschalige uitvoering, en schreef daarom zijn Symphony on Themes of John Philip Sousa. After The Thunderer is het tweede deel van de symfonie. Hearshen transformeert Sousa's mars The Thunderer door deze te vertragen en dramatische orkestratie toe te voegen. De lange lijnen en indrukwekkende instrumentatie laten een blijvende indruk achter.

Grote contrasten 
Kerkrade is de thuisbasis van het Wereld Muziek Concours, dat elk jaar muzikanten van over de hele wereld naar Nederland trekt voor deze prestigieuze competitie. In 1992 schreef de Amerikaanse componist Alfred Reed zijn Vierde Symfonie voor dit gevierde festival. De symfonie bestaat uit drie delen. In het eerste deel, Elegy, maakt Reed volledig gebruik van alle verschillende klankkleuren die een blaasorkest te bieden heeft: van zachte treurigheid tot krachtig drama, Elegy heeft het allemaal. Een 'elegie' (uit het Oud-Grieks) is oorspronkelijk een melancholisch gedicht of lied. Met zijn vele dissonanten belichaamt het deel deze melancholische stemming. Het tweede deel, Intermezzo, staat in sterk contrast tot het eerste. Te midden van subtiele Latijns-Amerikaanse klanken ontwikkelt zich een sierlijke melodie. De zuidelijke sfeer wordt versterkt door de warme melodieën gespeeld door de houtblazers, begeleid door de harp, die bijna klinkt als een Spaanse gitaar. Het derde deel is opnieuw een scherp contrast met het voorgaande. Een levendige dans brengt Reeds Vierde Symfonie tot een energiek einde, met een virtuoze Tarantella die het hele stuk onverbiddelijk voortstuwt naar een briljant einde.

Een gouden combinatie 
Een Amerikaanse componist, Afrikaanse percussie, en Midden-Oosterse melodieën; in Strange Humors brengt John Mackey al deze elementen samen in een boeiende compositie. Het openingssolo van de Engelse hoorn brengt ons direct naar het Midden-Oosten, met de typische Arabische melodie die de luisteraar naar een Egyptische zonsopgang voert. Het opwindende ritme van een djembé drum voegt zich dan bij de melodieuze solisten. De djembé, die centraal staat in het werk, is een van de belangrijkste West-Afrikaanse instrumenten. In landen als Mali en Guinea wordt het vaak gebruikt in ceremonies en rituelen. De solo blaasinstrumenten, nog steeds stevig in het Midden-Oosten, vervoegen zich bij de Afrikaanse percussie met ritmische melodieën. Met Strange Humors weet John Mackey drie continenten op een wijze te verenigen die de luisteraar voor altijd bijblijft.

Over Arjan Gaasbeek (Dirigent) 

Arjan Gaasbeek
Arjan Gaasbeek (1983) begon zijn muzikale reis op de klarinet op vierjarige leeftijd, waarbij hij zijn eerste lessen kreeg van zijn grootvader. Op tienjarige leeftijd vervolgde hij zijn studies bij de Koninklijke Harmonie Pieter Aafjes in Culemborg onder de leiding van Johan Boonekamp. Van jongs af aan onderscheidde Gaasbeek zich als solist, waarbij hij optrad in diverse prestigieuze wedstrijden, waaronder het Prinses Christina Concours. Hij vervolgde zijn klarinetstudies bij Frans de Jong aan het Fontys Conservatorium in Tilburg en Céleste Zewald aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.   
In 2017 voltooide Gaasbeek zijn HaFaBra-directiestudies met onderscheiding onder begeleiding van Tijmen Botma aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen. Momenteel bekleedt hij de positie van hoofd-dirigent bij Harmonie Sub Umbra Veldhoven, Harmonieorkest Vleuten, de Koninklijke Harmonie Pieter Aafjes Culemborg, en Harmonie Kunst en Vriendschap Maurik, die allen op eerste divisieniveau strijden. Daarnaast heeft hij gediend als gastdirigent bij de Fanfare Bereden Wapens en is hij de artistiek directeur van het Summer Orchestra Netherlands.

 

Over Tommaso Torrigiani (Solist)
Tommaso Torrigiani

Tommaso Torrigiani, geboren in Ecuador in 2001 en opgegroeid in Florence, Italië, begon op achtjarige leeftijd klarinet te spelen na het horen van "Peter en de Wolf." Hij studeerde in 2019 af met hoge cijfers aan de Muziek Middelbare School in Florence en vervolgde zijn studie bij Maestro Giovanni Riccucci aan de Muziekschool Fiesole, waar hij in 2023 zijn Bachelor met lof behaalde. Momenteel volgt hij een Master in Klassieke Muziek aan het Conservatorium van Maastricht bij Leon Bosch. 
Tommaso heeft verschillende prijzen gewonnen, waaronder de “Concorso musicale internazionale Città di Scandicci” en de “Concorso internazionale Vito Frazzi.” Hij treedt op als zowel solist als kamermusicus, spelend in ensembles en trad recentelijk op in een trio met Fabrizio Meloni. 
Hij heeft ervaring met verschillende orkesten, zoals het Florence Wind Orchestra "Gioacchino Rossini" en het "Unconventional Orchestra," en werkt samen met dirigenten als Edoardo Rosadini en Alexander Lonquich. Aan het Conservatorium van Maastricht trad hij op onder leiding van Jos Zegers en Arjan Tien. Zijn passie voor muziek wordt aangewakkerd door de vreugde van samenwerking en artistieke uitwisseling. 

Over het programma

Champagne!  
Een feestelijk nieuw stuk kon voor de vijftigste verjaardag van de 'US Air Force Band' natuurlijk niet ontbreken. James Barnes’ Symphonic Overture was het perfecte werk voor de gelegenheid. De Amerikaanse componist schreef het werk in 1922, speciaal voor deze heuglijke verjaardag. Symphonic Overture is van begin tot eind één groot feest. Een trotse fanfare opent het geheel. Het trompetgeschal kondigt de festiviteiten aan. Naarmate meerdere instrumenten de trompetten vervoegen ontwikkelt de fanfare zich tot een swingende begeleiding. De solo hobo vertolkt een dansende melodie waarna het feestgedruis volledig losbarst. De opzwepende dans gaat liggen en maakt plaats voor een romantische slow. Het is bijna onmogelijk niet weg te dromen bij de zeemzoete melodie van het middendeel. Een zingende altsaxofoon, begeleid door de zachte harpen, vormt het ideale recept voor dit idyllische intermezzo. Lang duurt het echter niet voor het feest opnieuw in volle gang is. Champagne muziek, inclusief het geluid van een schietende kurk, vormt een spetterende afsluiter op een bruisend geheel. 

Hardrock in een nieuw jasje  
Hard rock, en meer bepaald die van Led Zeppelin ligt aan de basis van Scott McAllisters Black Dog. Led Zeppelins gelijknamige song is de bron van inspiratie voor McAllisters rapsodie voor klarinet en blazers. Een rapsodie bestaat uit contrasterende gedeelten qua stijl en stemming en McAllisters Black Dog is hier een schoolvoorbeeld van. De solo klarinet vertolkt de rol van leadzanger in een rockband. Het werk begint met een lange klarinet solo waarin de zogenaamde leadzanger zich van zijn meest virtuoze kant laat zien. De componist omschreef het zelf als een “verkenning van uitersten”. Het contrasterende middendeel lijkt met zijn trage, stijgende lijn wel een Stairway to Heaven. Het laatste deel staat opnieuw in groot contrast met wat voorafging. Maar ook hier kan een subtiele verwijzing naar Led Zeppelin niet ontbreken. De rockgroep stak hun liedjes elk optreden in een nieuw jasje tijdens hun befaamde improvisaties. Aan de basis van McAllisters virtuoze finale ligt een steeds wederkerend baspatroon. Met een haast geïmproviseerde cadenza schittert de klarinet erbovenuit. 

Een nieuw begin  
“Nicht so traurig, nicht so sehr” (niet zo treurig, niet zo erg). Dat is de titel van het koraal waarop het begin van David Maslanka’s Traveler gebaseerd is. De Amerikaanse componist schreef het werk voor de pensioenviering van een goede vriend. Toen Maslanka over het pensioen van zijn vriend reflecteerde kwam hij tot de conclusie dat dit koraal erg passend was. Hij zei: “deze laatste fase van het leven hoeft geen betreurenswaardige gebeurtenis te zijn”. De componist beschouwt het net als een enorm geschenk van het leven om met alle vorige ervaringen naar de toekomst te kunnen kijken. Daarom begint Traveler snel en vol energie. De levensvreugde spat ervan af. Halverwege transformeert het werk naar een rustigere, meditatieve toestand. Zoals Maslanka zei: “de strijd van het leven is grotendeels gestreden, de ziel bereidt zich nu voor op de volgende grote stap.” 

Een snelle soldaat  
Zijn “kleine mars”, zo noemde Samuel Barber zijn werk Commando March. De grote instrumentatie van dit korte, energieke werk spreekt dit statement weliswaar tegen. Barber schreef Commando March in 1943 tijdens zijn actieve dienst in het Amerikaanse leger. Volgens de componist symboliseert de muziek een “nieuw soort soldaat”. Namelijk een soldaat die “niet in rechte lijnen marcheert”, maar “onverwachts toeslaat en zo snel als hij komt ook weer verdwijnt”. 

Een ode aan de mars 
De Amerikaanse componist Ira Hearshen zegt al sinds zijn kindertijd gefascineerd te zijn door John Philip Sousa’s muziek. Sousa, ook wel ‘The March King’ genoemd is waarschijnlijk de bekendste dirigent, trombonist en componist in de geschiedenis van de marsmuziek. Zijn naam leeft voor altijd voor in de sousafoon. Dat instrument komt voort uit de oudere en kleinere bombardon en is een soort tuba speciaal ontworpen om tijdens het marcheren te bespelen. ‘The March King’ componeerde onwaarschijnlijk veel muziek voor harmonieorkest. Hearshen droomde ervan om de populaire marsmuziek van Sousa om te vormen tot serieuze werken geschikt voor een groot podium. Zodoende schreef Hearshen zijn Symphony on Themes of John Philip SousaAfter The Thunderer is het tweede deel van de symfonie. Hearshen transformeert Sousa’s Mars The Thunderer door hem te vertragen en een dramatische orkestratie toe te voegen. De lange lijnen en indrukwekkende bezetting laten een blijvende indruk na. 

Grote contrasten  
Kerkrade is de thuishaven van het Wereld Muziek Concours. Elk jaar komen musici van over de hele wereld naar Nederland voor deze prestigieuze wedstrijd. In 1992 schreef de Amerikaanse componist Alfred Reed zijn Vierde Symfonie ter gelegenheid van dit toonaangevende festival. De symfonie bestaat uit drie delen. In het eerste deel, Elegie, benut Reed alle klankkleuren die een harmonieorkest te bieden heeft. Nu eens zachte klaagzang dan weer sterk dramatisch, de Elegie heeft het allemaal. Een elegie (van het oud-Grieks) is oorspronkelijk een melancholisch gedicht of gezang. Met zijn vele dissonanten belichaamt Reed deze weemoedige sfeer. Het tweede deel, Intermezzo, staat in groot contrast tot het eerste deel. Over een subtiel Latijns-Amerikaans tintje ontwikkelt zich een bevallige melodie. De warme melodieën van de houtblazers begeleid door de harp, die bijna als een Spaanse gitaar klinkt, versterken de zuiderse sferen. Het derde deel vormt opnieuw een sterk contrast met het voorafgaande. Een pittige dans sluit deze Vierde Symfonie op energieke wijze af. De virtuoze Tarantella beweegt het geheel onstuitbaar naar een briljant einde toe. 

Gouden combinatie  
Een Amerikaanse componist, Afrikaanse percussie en melodieën uit het Midden-Oosten. Dit alles brengt John Mackey met zijn Strange humors samen tot een betoverend geheel. De openingssolo in de Engelse hoorn neemt ons meteen mee naar het Midden-Oosten. De typisch Arabische melodie transporteert de luisteraar zo naar de zonsopgang in Egypte. Vervolgens vervoegt de opzwepende puls van een djembé de zangerige solisten. De djembé, die centraal staat in het werk, is één van de belangrijkste instrumenten in West-Afrika. In onder andere Mali en Guinea wordt de trommel veelvuldig gebruikt bij ceremonies en plechtigheden. De solo blazers, nog steeds in het Midden-Oosten, vervoegen de Afrikaanse percussie met ritmische melodieën. Met Strange Humors slaat Mackey erin drie continenten te verenigen op een manier die voor altijd bij blijft. 

About Arjan Gaasbeek (Conductor)

Arjan Gaasbeek
Arjan Gaasbeek (1983) began his musical journey at the age of four on the clarinet, receiving his first lessons from his grandfather. At the age of ten, he continued his musical education at the Royal Harmony Pieter Aafjes in Culemborg, where he was taught by Johan Boonekamp. Gaasbeek distinguished himself as a soloist at a young age, performing at various prestigious competitions, including the Prinses Christina Concours. He furthered his clarinet studies with Frans de Jong at the Fontys Conservatory in Tilburg and with Céleste Zewald at the University of the Arts in Utrecht.
In 2017, Gaasbeek completed his HaFaBra conducting program with distinction under the guidance of Tijmen Botma at the Prince Claus Conservatory in Groningen. He currently holds the position of permanent conductor at Harmonie Sub Umbra Veldhoven, Harmonieorkest Vleuten, Royal Harmony Pieter Aafjes Culemborg, and Harmonie Kunst en Vriendschap Maurik, all of which compete in the first division. Additionally, he has worked as a guest conductor with groups including the Fanfare Bereden Wapens and is the artistic director of the ZomerOrkest Nederland.

Over Tommaso Torrigiani (Solist)
Tommaso Torrigiani

Tommaso Torrigiani, geboren in Ecuador in 2001 en opgegroeid in Florence, Italië, begon op achtjarige leeftijd klarinet te spelen na het horen van "Peter en de Wolf." Hij behaalde in 2019 zijn diploma aan de Muziek Middelbare School in Florence met hoge cijfers en studeerde vervolgens bij Maestro Giovanni Riccucci aan de Muziekschool van Fiesole, waar hij in 2023 cum laude afstudeerde met een Bachelor. Momenteel volgt hij een Master in Klassieke Muziek aan het Conservatorium Maastricht onder Leon Bosch.  
Tommaso heeft verschillende prijzen gewonnen, waaronder de “Concorso musicale internazionale Città di Scandicci” en de “Concorso internazionale Vito Frazzi.” Hij speelt als solist en kamermusicus in ensembles en heeft samen met Fabrizio Meloni in een trio opgetreden.  
Hij heeft ervaring met diverse orkesten, zoals het Florence Wind Orchestra "Gioacchino Rossini" en het "Unconventional Orchestra," en werkte met dirigenten als Edoardo Rosadini en Alexander Lonquich. Met de orkesten van het Conservatorium Maastricht speelde hij onder leiding van Jos Zegers en Arjan Tien. Zijn passie voor muziek wordt gevoed door de vreugde van samenwerking en artistieke uitwisseling.