Over het Programma
Champagne!
Het 50-jarige jubileum van de US Air Force Band verdiende natuurlijk een feestelijke nieuwe compositie. Symphonic Overture van de Amerikaanse componist James Barnes was het perfecte werk om dit jubileum te markeren. Barnes schreef het werk in 1922, speciaal voor deze vreugdevolle gelegenheid. Van begin tot eind is Symphonic Overture één groot feest. Het begint met een trotse fanfare, waarbij de trompetten de festiviteiten aankondigen. Naarmate meer instrumenten zich bij de trompetten voegen, ontwikkelt de fanfare zich tot een swingende begeleiding. De solo hobo speelt een dansachtige melodie, waarna de vrolijkheid echt begint. De opzwepende dans neemt dan af, en maakt plaats voor een romantisch langzaam deel. Het is bijna onmogelijk om niet weg te dromen bij de fluweelzachte melodie van het middendeel. Een altsaxofoon zingt voor ons, begeleid door zachte harpen – de ideale formule voor deze idyllische tussenpoos. Maar het duurt niet lang voordat het feest weer in volle gang is. Champagnemuziek, inclusief het geluid van een ploppende kurk, zorgt voor een sprankelend einde aan een bruisende aangelegenheid.
Hardrock in een nieuw jasje
Hardrock – meer specifiek die van Led Zeppelin – ligt aan de basis van Scott McAllister's Black Dog. Het gelijknamige nummer van Led Zeppelin is de inspiratiebron voor McAllister's rapsodie voor klarinet en blaasinstrumenten. Een muzikale 'rapsodie' bestaat uit contrasterende secties qua stijl en stemming, en McAllisters Black Dog is daar een perfect voorbeeld van. De solo klarinet neemt de rol op zich van leadzanger in een rockband. Het werk begint met een lange solo waarin de 'leadzanger' zijn virtuositeit toont. De componist beschreef dit zelf als een 'verkenning van extremen'. Met zijn langzame, stijgende lijn lijkt het contrasterende middendeel op Led Zeppelins Stairway to Heaven. Het laatste deel is wederom in sterk contrast met wat eraan voorafging. Hier is echter ook een subtiele verwijzing naar Led Zeppelin, die hun nummers bij elk optreden opnieuw bedachten tijdens hun beroemde improvisaties. De basis voor McAllisters virtuoze finale is een voortdurend terugkerend baspatroon. Met een bijna geïmproviseerde cadenza schittert de klarinet erbovenuit.
Een nieuw begin
‘Nicht so traurig, nicht so sehr’ (Wees niet zo verdrietig, wees niet zo bezorgd). Dat is de titel van het koraal dat de basis vormt voor het begin van Traveler van de Amerikaanse componist David Maslanka. Maslanka schreef het werk ter gelegenheid van het pensioen van een goede vriend. Reflecterend op het pensioen van zijn vriend, kwam Maslanka tot de conclusie dat dit koraal zeer toepasselijk was. 'Deze laatste fase van het leven', zei hij, 'hoeft geen betreurenswaardig evenement te zijn.' De componist beschouwt het als een enorm geschenk van het leven om op basis van alle ervaringen naar de toekomst te kunnen kijken. Daarom begint Traveler snel, vol energie, en barstend van joie de vivre. Halverwege transformeert het werk in een meer rustige, meditatieve toestand. In Maslanka's eigen woorden: 'de strijd van het leven is grotendeels gestreden, en de ziel bereidt zich nu voor op de volgende grote stap.'
Een snelle soldaat
Samuel Barber noemde zijn werk Commando March zijn 'kleine mars', hoewel de grootschalige instrumentatie van dit korte, energieke werk dat tegenspreekt. Barber schreef Commando March in 1943 terwijl hij in actieve dienst was in het Amerikaanse leger. Volgens de componist symboliseert de muziek een 'nieuw soort soldaat', een die 'niet in rechte lijnen marcheert', maar 'onverwachts toeslaat en weer verdwijnt zo snel als hij is gekomen'.
Een eerbetoon aan de mars
De Amerikaanse componist Ira Hearshen zegt dat hij sinds zijn kindertijd gefascineerd is door de muziek van John Philip Sousa. Sousa – 'The March King' – is waarschijnlijk de beroemdste dirigent, trombonist en componist in de geschiedenis van de marsmuziek. En zijn naam leeft voort in de 'sousafoon', een instrument dat is afgeleid van de oudere en kleinere bombardon – een soort tuba speciaal voor het spelen tijdens het marcheren. 'The March King' componeerde een ongelooflijke hoeveelheid muziek voor harmonieorkest. Hearshen droomde ervan Sousa's populaire marsmuziek om te vormen tot serieuze werken die geschikt waren voor grootschalige uitvoering, en schreef daarom zijn Symphony on Themes of John Philip Sousa. After The Thunderer is het tweede deel van de symfonie. Hearshen transformeert Sousa's mars The Thunderer door deze te vertragen en dramatische orkestratie toe te voegen. De lange lijnen en indrukwekkende instrumentatie laten een blijvende indruk achter.
Grote contrasten
Kerkrade is de thuisbasis van het Wereld Muziek Concours, dat elk jaar muzikanten van over de hele wereld naar Nederland trekt voor deze prestigieuze competitie. In 1992 schreef de Amerikaanse componist Alfred Reed zijn Vierde Symfonie voor dit gevierde festival. De symfonie bestaat uit drie delen. In het eerste deel, Elegy, maakt Reed volledig gebruik van alle verschillende klankkleuren die een blaasorkest te bieden heeft: van zachte treurigheid tot krachtig drama, Elegy heeft het allemaal. Een 'elegie' (uit het Oud-Grieks) is oorspronkelijk een melancholisch gedicht of lied. Met zijn vele dissonanten belichaamt het deel deze melancholische stemming. Het tweede deel, Intermezzo, staat in sterk contrast tot het eerste. Te midden van subtiele Latijns-Amerikaanse klanken ontwikkelt zich een sierlijke melodie. De zuidelijke sfeer wordt versterkt door de warme melodieën gespeeld door de houtblazers, begeleid door de harp, die bijna klinkt als een Spaanse gitaar. Het derde deel is opnieuw een scherp contrast met het voorgaande. Een levendige dans brengt Reeds Vierde Symfonie tot een energiek einde, met een virtuoze Tarantella die het hele stuk onverbiddelijk voortstuwt naar een briljant einde.
Een gouden combinatie
Een Amerikaanse componist, Afrikaanse percussie, en Midden-Oosterse melodieën; in Strange Humors brengt John Mackey al deze elementen samen in een boeiende compositie. Het openingssolo van de Engelse hoorn brengt ons direct naar het Midden-Oosten, met de typische Arabische melodie die de luisteraar naar een Egyptische zonsopgang voert. Het opwindende ritme van een djembé drum voegt zich dan bij de melodieuze solisten. De djembé, die centraal staat in het werk, is een van de belangrijkste West-Afrikaanse instrumenten. In landen als Mali en Guinea wordt het vaak gebruikt in ceremonies en rituelen. De solo blaasinstrumenten, nog steeds stevig in het Midden-Oosten, vervoegen zich bij de Afrikaanse percussie met ritmische melodieën. Met Strange Humors weet John Mackey drie continenten op een wijze te verenigen die de luisteraar voor altijd bijblijft.